Eigenschappen en toepassing van glassolderen
Glas is tengevolge van het feit, dat het bij hoge temperatuur zacht en vervormbaar is en bevochtigt, en bij lage temperatuur weer vaste vorm aanneemt, uitstekend geschikt als materiaal voor verbindingen. Reeds vroeg heeft men niet alleen glas met glas versmolten, maar ook andere materialen, in het bijzonder metalen, met glas verbonden. Vanuit de zeer kostbare glasblaastechnieken kwam men in toenemende mate ook tot rationelere verbindingsmethoden, waarbij voor technische glazen temperaturen in het gebied van 1000?C of slechts weinig daar beneden noodzakelijk zijn. Daar, waar een grote temperatuurbelasting moet worden vermeden, hetzij wegens het gevaar van mechanische vervorming van het andere verbindingselement of ter bescherming van temperatuurgevoelige onderdelen, kan men alleen maar glazen met een uiterst lage verwekingstemperatuur toepassen, die men naar analogie van het spraakgebruik in de metaalbranche ‘glassolderen’ noemt. Ter karakterisering van een glassoldeer bekijken wij de afhankelijkheid van de viscositeit van de temperatuur voor een typisch technisch glas en voor een karakteristiek glassoldeer. De voor een soldeerproces noodzakelijke viscositeit van een glas ligt ongeveer tussen lo6 en lo4 d Pas. Wij spreken van een glassoldeer, wanneer voor het bereiken van deze viscositeit een temperatuur vereist is, die het transformatiegebied van het te solderen technische glas niet te boven gaat. Bij toepassing van een dergelijk glassoldeer worden blijvende deformaties van het technische glas ook bij langere soldeertijden voorkomen.